Oprichting
In 1963 werd er vanuit het Canisius College in Nijmegen een landscoutinggroep opgericht. Deze nieuwe scoutinggroep – tevens ‘Canisius’ genoemd – had als doel om kinderen op een leerzame en humane manier met elkaar om te laten gaan. Dit is tot de dag van vandaag de grondslag van waaruit wordt gewerkt.
Na elke jaren zou Scouting Canisius de switch maken naar het water en werd het een zogeheten ‘zeeverkennerij’.
Verhuizing
Na 1,5 jaar kreeg de groep toestemming voor rustiger vaarwater in Mook. In 1965 werd in Mook op de wal aan het Mooks Kanaal een keet geplaatst. Maar enkele jaren later slaat het noodlot toe, en brandt deze af. De Zeeverkenners Canisius kiezen hierna voor een wachtschip, de Wildevaer I.
In 1982 schaft de groep de Wildevaer II aan en komt de thuishaven aan de Grote Siep te liggen, dat verderop aan het eind van de Mookerplas ligt. Tot op de dag van vandaag doet dit schip nog altijd trouw dienst als wachtschip voor de groep.
Het heden
Anno 2025 komen de zeeverkenners en stafleden van Zeeverkenners Canisius nog steeds iedere zaterdag samen. Zo is er een hechte groep van allerlei leeftijden gecreëerd waarin iedereen meedoet aan de gezelligheid en het nodige onderhoud!
De vloot is uitgebreid met de Wildevaer II als moederschip, 7 lelievletten waar de kinderen op varen en een sleper – ”het Zeuntje” – dat als primair vaartuig voor de stafleden fungeert.
Dankzij de hulp en inzet van de verkenners en hun ouders, de stafleden, het bestuur en de Vrienden van de ZVC kan deze groep een rijke historie van wel 60 jaar genieten!